skip to Main Content

Een bezoek van marskramer Job: Krijg toch allemaal de klere!

Een bezoek van marskramer Job

Als marskramer Job bezoek ik ouderen met dementie in verzorgings- en verpleeghuizen. Met een koffer, rugkorf of stofjas vol met prachtige herinneringen aan vroeger stap ik letterlijk in de belevingswereld van ouderen met dementie. Mijn bezoek is vooral afgestemd op de persoonlijke behoeftes van de ouderen. In het contact maak ik gebruik van alle zintuigen. Juist door geen plan of doel te stellen ontstaan vaak de mooiste contactmomenten. Een bijzonder contact waarin je de mens achter de dementie beter leert kennen en begrijpen. Ieder mens heeft een verhaal met zijn eigen geschiedenis en levenservaringen. Graag wil ik jullie meenemen in deze bijzondere ontmoetingen in de wondere wereld van ouderen met dementie. De naam van de bewoner is in het beschreven verhaal aangepast in verband met de privacy.

Krijg toch allemaal de klere

Na een contactmoment in stilte met een van de bewoonsters hoort marskramer Job in een naastgelegen huiskamer een bewoonster die haar stem verheft.  “Houd nou eens op met dat geouwehoer.” Gelukkig blijft het hierbij. Marskramer Job besluit toch even poolshoogte te nemen. In de huiskamer zitten twee bewoonsters voor de televisie. Een van de dames heeft de afstandsbediening in haar handen en het televisiebeeld is uitgeschakeld. Wanneer de andere dame marskramer Job ziet, laat ze weten: “Kijk Grietje, bezoek voor je.” Marskramer Job loopt naar de dames en gaat bij Grietje op zijn knieën zitten. “‘Ze wil graag naar het fietsen kijken,” zegt haar buurvrouw. “Maar ze heeft ’m zelf uitgedrukt.” Marskramer Job biedt aan om de ‘zender van het wielrennen’ op te zoeken. Grietje geeft de afstandsbediening uit handen en Job komt erachter dat het de verkeerde is. Hij pakt de afstandsbediening van de dvd-speler erbij en met een druk op de knop verschijnen er allemaal oude filmbeelden van het dorp. In de film komt ook de bekende kerktoren van het dorp in beeld en hierbij wordt verteld dat dit de mooiste kerktoren van het land is. Grietje laat heel nuchter weten dat er wel mooiere kerktorens zijn. Job begint wat bekende en mooie kerktorens op te noemen, zoals de Domtoren van Utrecht. “Of die van Groningen”, laat de buurvrouw van Grietje weten. “De Martinitoren”, merkt Job op. Het wielrennen lijkt Grietje helemaal te zijn vergeten.

Wat afwijzend kijkt Grietje af en toe naar de oude filmbeelden. “Die zwarte jassen en die hoeden.” Grietje heeft er blijkbaar niet zoveel mee. Nadat in beeld te zien is dat er een school uitgaat, merkt Job op dat de kinderen allemaal op klompen lopen. “Het is ook een boerenschool,” stelt de buurvrouw van Grietje. “Ze komen allemaal uit de stront,” zegt Grietje met een stalen gezicht. Af en toe neemt ze door een rietje een slokje appelsap uit haar plastic beker. Na ieder slokje biedt Grietje ook marskramer Job een slokje uit haar beker aan. Job laat Grietje vriendelijk weten dat hij zojuist al een slokje genomen heeft. Grietje lijkt zichtbaar gecharmeerd van het bezoek van marskramer Job. Er ontstaat een openhartig gesprek, waarin haar buurvrouw soms een belangrijke schakel is. Zo vertelt haar buurvrouw dat Grietje iedere dag bezoek krijgt van haar man en dat ze vroeger secretaresse is geweest. De aangedragen informatie geeft een mooi en verhelderend beeld van Grietje. In het verloop van het contact spreekt zij ook haar onvrede uit over twee zorgmedewerkers. Het zit haar merkbaar dwars. Het gaat voornamelijk over de wijze waarbij ze wordt geholpen tijdens het aan- en uittrekken van haar nachtkleding. Grietje laat weten dat zij liever haar nachtkleding aanhoudt, zodat zij zichzelf niet steeds hoeft aan- en uit te kleden. Job vraagt haar wat zij nou het ergste van dit alles vindt. “‘Nou, dat ze zo je nachtjapon over je kop heen trekken,” laat Grietje weten. “Maar ik heb ze al wel eens voor het blok gezet, hoor.” Grietje lijkt daadkrachtig en niet voor één gat te vangen. Steeds vaker valt mij haar Amsterdamse tongval op. Marskramer Job merkt op ‘Ik hoor dat u uit Amsterdam komt.’ “Ik ben er geboren en getogen”, laat Grietje zonder twijfel weten. Directheid en eerlijkheid heeft de geboren en getogen Amsterdamse nog duidelijk in het bloed zitten. Even later vraagt de buurvrouw aan Grietje: “Heb je z’n pet al gezien?”’ De ogen van Grietje gaan in vertraagde blik omhoog. Vanwege de zomerse temperaturen heeft marskramer Job dit keer een korte broek aangetrokken en draagt hij een T-shirt met bretels. De gekleurde Alzheimer-sokken komen tot ver boven zijn schoenen uit. Wanneer Grietje de oude platte pet ziet, laat Job weten: “Ik ben net Ciske de Rat.” Dan verschijnt er een brede glimlach op haar gezicht.

Back To Top