skip to Main Content

Een bezoek van marskramer Job: Schrijven is een kunst, maar lezen is belangrijk.

Een bijzonder contact in de wondere wereld van dementie

Als marskramer Job bezoek ik ouderen met dementie in verzorgings- en verpleeghuizen. Met een koffer, rugkorf of stofjas vol met prachtige herinneringen aan vroeger stap ik letterlijk in de belevingswereld van ouderen met dementie. Mijn bezoek is vooral afgestemd op de persoonlijke behoeftes van de ouderen. In het contact maak ik gebruik van alle zintuigen. Juist door geen plan of doel te stellen ontstaan vaak de mooiste contactmomenten. Een bijzonder contact waarin je de mens achter de dementie beter leert kennen en begrijpen. Ieder mens heeft een verhaal met zijn eigen geschiedenis en levenservaringen. Graag wil ik jullie meenemen in deze bijzondere ontmoetingen in de wondere wereld van ouderen met dementie. De naam van de bewoner is in het beschreven verhaal aangepast in verband met de privacy

Schrijven is een kunst, maar lezen is belangrijk

Wanneer marskramer Job de woonkamer binnenkomt, ziet hij achterin mevrouw Bakker alleen aan een tafel zitten. Voor haar op tafel liggen op scheurkalender-formaat verschillende woordzoekers. Aan de andere kant van de tafel zit een zorgmedewerker achter de computer te werken. Marskramer Job loopt met zijn trouwe viervoeter naar mevrouw Bakker die aan de tafel zit. Mevrouw Bakker kijkt naar wat Job op zijn karretje bij zich heeft. De grote knuffelhond rust op een oud houten voetenbankje waaronder wieltjes zijn gemonteerd. “Het is geen echte,” laat mevrouw Bakker nuchter weten. Ze aait vervolgens de knuffelhond over zijn kop. Job stelt zichzelf voor en steekt zijn hand uit. “Ik ben Job”. Het duurt even voordat de naam goed bij mevrouw Bakker binnenkomt. “Job? Waar is dat van afgeleid?” vraagt mevrouw Bakker bedenkelijk. “Van Jacob,” zegt Marskramer Job. ‘Jacob is een mooie naam,’ laat mevrouw Bakker weten. Nadat ze Job een hand heeft gegeven zegt mevrouw Bakker: “Ik ben Maria, Marie of Marietje kun je ook zeggen.” Al snel valt haar oog op de verschillende objecten die Job aan zijn jas heeft. Vooral het oranje gebreide strikje spreekt haar erg aan. Mevrouw Bakker reageert verwonderd als Job vertelt het zelf gebreid te hebben. “Dat hoor je toch niet veel dat jongens breien,” merkt ze op. Job pakt een breiwerkje uit zijn koffertje, neemt naast haar plaats aan tafel en begint te breien. “Hoe bestaat het,” reageert ze perplex. Aandachtig kijkt ze naar Jobs handwerkvaardigheid. “Van wie heb je dat geleerd,” wil ze weten. “Van een tante,” antwoordt Job. “Dat lila is een mooie kleur,” zegt mevrouw Bakker als ze naar de bol wol kijkt: “Ik houd niet van die harde kleuren.” De kleding die mevrouw Bakker draagt zijn ook in zachte pasteltinten.

Verschillende keren vraagt mevrouw Bakker aan Job of hij nog meer broers heeft. “Ik heb vijf broers en een zusje,” laat Job weten. Mevrouw Bakker is sprakeloos. Zelf was zij enig kind. “Ik wist niet beter. Een kind krijgen is voor een vrouw nog een hele opgave. Dat had mijn vader ook wel gezien. Mijn ouders hebben het toen hierbij maar gelaten.” “Heeft u zelf kinderen,” vraagt Job haar. “Ik heb altijd genoeg kinderen voor me gehad,” zegt ze met een wat ongemakkelijke lach weten. Tijdens deze bijzondere ontmoeting wordt algauw duidelijk dat mevrouw Bakker vroeger onderwijzeres was. “Ik gaf les op de lagere school aan drie klassen met 50 kinderen,” vertelt ze. “Eén keer kwam de inspectie en die hoorde ik toen nog zeggen “Hoe houdt ze het vol?” Job is onder de indruk en vraagt belangstellend hoe ze dit allemaal voor elkaar heeft gekregen. Mevrouw Bakker vertelt: “Dan zette ik eerst de oudste kinderen aan het werk. Dan zei ik er wel altijd bij ‘Als jullie vragen hebben, dan kun je ze nu nog stellen, straks kan het niet meer.’ Daarna was het de beurt aan de tweede klas en als laatste de eerste klas, waar je dan meer tijd aan kon besteden. De jongste kinderen hadden ook meer aandacht nodig.” Ze herhaalt een paar keer: “Schrijven is een kunst, maar lezen is belangrijk.” Volgens mevrouw Bakker is lezen van belang om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Mevrouw Bakker geeft aan dat ze nu allang gepensioneerd is. “Ik ben ook al 90,’ laat ze weten. “90,” reageert Job verbaasd: “Dat zou ik u niet geven.” “Wat dacht jij dan?” “Ik had u misschien net 80 gegeven,” antwoordt Job. “Nou, bedankt,” geeft mevrouw Bakker wat nuchter aan. Ze is merkbaar gevleid door de reactie van Job. De zorgmedewerker die vlakbij aan het werk is, en de reactie van Job heeft opgemerkt, is het met hem eens. “U ziet er inderdaad jonger uit, dan dat u in werkelijkheid bent.” Mevrouw Bakker kijkt met een glimlach de zorgmedewerker aan en zegt: “Hij laat me lachen.” Niet alleen het oranje gebreide strikje heeft haar aandacht, ook de foto van koningin Juliana en de versierde schoenen van Job spreken haar aan. “Wat heb je mooie gympen aan!” Wanneer de 50 kinderen die zij vroeger onderwezen heeft nogmaals de revue passeren, spreekt Job zijn waardering uit en bedankt haar voor haar inzet als onderwijzeres. Mevrouw Bakker reageert wat nuchter op de lovende woorden van Job, net zoals op eerdere complimenten.

Er lijkt een gevoel van erkenning en waardering te ontstaan. Iets wat misschien niet altijd vanzelfsprekend is geweest in haar leven.

Geef ouderen met dementie geregeld welgemeende complimenten!

Hoe vaak geef jij een collega of een bewoner een compliment? Iedereen vindt het fijn om wel eens een compliment te krijgen. Een compliment is een lovenswaardig of waarderende boodschap die je aan iemand geeft. Mevrouw Bakker heeft met veel toewijding en geduld onderwijs gegeven aan 50 schoolkinderen. “Je dacht er niet over na. Je deed het gewoon.” Achteraf bleek haar werk niet zo vanzelfsprekend te zijn. Zeker nadat de inspectie hierover een opmerking plaatste, wat mevrouw Bakker bij toeval ter ore kwam. Mevrouw Bakker voelde zich daardoor eindelijk gezien en gewaardeerd als onderwijzeres.

 

Back To Top