Als marskramer Job bezoek ik ouderen met dementie in verzorgings-…
Een bezoek van marskramer Job: De grote voeten van de koningin!
Een bezoek van marskramer Job
Als marskramer Job bezoek ik ouderen met dementie in verzorgings- en verpleeghuizen. Met een koffer, rugkorf of stofjas vol met prachtige herinneringen aan vroeger stap ik letterlijk in de belevingswereld van ouderen met dementie. Mijn bezoek is vooral afgestemd op de persoonlijke behoeftes van de ouderen. In het contact maak ik gebruik van alle zintuigen. Juist door geen plan of doel te stellen ontstaan vaak de mooiste contactmomenten. Een bijzonder contact waarin je de mens achter de dementie beter leert kennen en begrijpen. Ieder mens heeft een verhaal met zijn eigen geschiedenis en levenservaringen. Graag wil ik jullie meenemen in deze bijzondere ontmoetingen in de wondere wereld van ouderen met dementie. De naam van de bewoner is in het beschreven verhaal aangepast in verband met de privacy.
De grote voeten van de Koningin
Marskramer Job zit midden in de huiskamer op zijn rijdende voetenbankje. Hij heeft een grote knuffelhond op zijn schoot. Aan een tafel vlakbij zit mevrouw Prins. Op het eerste gezicht lijkt mevrouw Prins zich wat afzijdig te houden, ze oogt een beetje stuurs. Later blijkt dat die eerste indruk onjuist is. Algauw hebben Job en mevrouw Prins oogcontact en lijkt de knuffelhond een belangrijke schakel in het contact te zijn. Job aait de knuffelhond. “Mooi beest hè”, geeft Job aan. “Het lijkt wel een Sint-Bernard,” zegt mevrouw Prins. “Ja, inderdaad”, reageert Job. “Daar lijkt hij wel op.” “Maar een Sint-Bernard is wel wat groter,” geeft mevrouw Prins aan. “Dit is maar een kleintje.” Daarna lijkt het contact even te verdwijnen. Mevrouw Prins heeft haar aandacht gevestigd op een boek over “koningin” Beatrix dat op tafel ligt. Marskramer Job komt wat dichterbij om ook het boek te kunnen bekijken. “Wat een mooi boek,” laat Job belangstellend weten. “Ik heb een boek over Wilhelmina.” “Ja, dat vind ik ook mooi,” geeft mevrouw Prins aan. “Ben jij ook Oranjegezind?” vraagt ze dan. Job deelt zijn liefde voor het koningshuis en pakt het boek van Wilhelmina erbij. Ook laat Job het speldje op zijn jas zien waar Beatrix en Claus op afgebeeld staan en hij toont een foto van Juliana.
Mevrouw Prins ziet ook het gele speldje in de vorm van een esdoornblad. Ze herkent het. “Canada.” De Canadese vlag heeft in het midden een rood gestileerd esdoornblad met elf punten. Job staat even later bij mevrouw Prins aan tafel en bekijkt samen met haar het boek van “koningin” Beatrix. Mevrouw Prins geniet overduidelijk van de foto’s die in het boek staan. Wanneer mevrouw Prins en Job een mooie familiefoto van Beatrix, Claus en hun zonen in het boek zien, zegt Job: “Ze staan er wel allemaal goed op.” “Ja, dat is alleen voor de foto,” reageert mevrouw Prins met een stalen gezicht “Wat dacht jij dan?” Vervolgens begint ze te lachen. Job laat daarna zijn oog vallen op de prachtige witte jurk die “koningin” Beatrix draagt. “Prachtig!” Mevrouw Prins kijkt Job aan en wrijft met haar duim over haar wijsvinger en laat met dit gebaar weten dat het wel wat mag kosten. “Denk je dat ze dat allemaal zelf betaalt?” vraagt ze. “Dat krijgt ze gewoon allemaal.”
Na het boek over Beatrix bladeren mevrouw Prins en Job door het boek over Wilhelmina. Wanneer ze een foto zien van de jonge Wilhelmina, gekleed in het zwart vanwege het overlijden van haar vader, valt mevrouw Prins de ‘grote’ schoenen op van Wilhelmina. “Moet je kijken, wat een grote voeten,” zegt ze.” Ze zeggen weleens dat mensen met grote voeten niet te vertrouwen zijn.” Daarna kijkt mevrouw Prins Job aan en zegt: “Ben jij te vertrouwen?” ”Jazeker, maar ik heb ook geen grote voeten,” laat Job haar weten. Mevrouw Prins begint weer te lachen. “Ze droeg altijd een bontjas,” vertelt ze: “Een beetje minder had ook wel gekund.” Een bontkraag was volgens haar ook wel meer dan voldoende. Job is het helemaal met haar eens. Misschien had ze het wel altijd koud en was haar kachel stuk, of had ze soms last van een koude nek. Job weet genoeg redenen op te noemen. Mevrouw Prins begint te lachen. In het boek zien we ook Wilhelmina op de fiets. “Ze wil het klootjesvolk laten zien dat zij het ook kan.” Na deze uitspraak begint mevrouw van Prins weer te lachen. Bij de tekening van het standbeeld van het vrouwtje van Putten is het even stil. ‘Het vrouwtje van Putten staat er koud bij’ laat ze weten. De tekst onder de afbeelding zegt genoeg. ‘Het blijft in onze herinnering voortleven als een der gruwelijkste dieptepunten van de Duitse terreur: Putten, waar meer dan vijfhonderd mannen nimmer terugkeerden. Putten: het dorp der weduwen’. Zichtbaar ontroert het mevrouw Prins. Haar ogen worden vochtig.
Ze heeft overduidelijk sympathie voor de ‘moeder des vaderlands’. “Ze heeft veel betekent voor de militairen,” stelt ze. ”En ook voor ons land.“ Het was een mooi en bijzonder contact met deze keer ‘een oranje tintje’ in de belevingswereld van dementie.
TIP: Ouderwetse taferelen en Koninklijke beelden, daar kijken mensen met dementie graag naar!
Betekenis van het begrip ‘Klootjesvolk’: dit zijn mensen met weinig fantasie en geen interesse in politiek en kunst.
Foto Wilhelmina “Radio Oranje” bron: Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker.