skip to Main Content

Een bezoek van marskramer Job: Woorden schieten te kort!

Een bezoek van marskramer Job

Als marskramer Job bezoek ik ouderen met dementie in verzorgings- en verpleeghuizen. Met een koffer, rugkorf of stofjas vol met prachtige herinneringen aan vroeger stap ik letterlijk in de belevingswereld van ouderen met dementie. Mijn bezoek is vooral afgestemd op de persoonlijke behoeftes van de ouderen. In het contact maak ik gebruik van alle zintuigen. Juist door geen plan of doel te stellen ontstaan vaak de mooiste contactmomenten. Een bijzonder contact waarin je de mens achter de dementie beter leert kennen en begrijpen. Ieder mens heeft een verhaal met zijn eigen geschiedenis en levenservaringen. Graag wil ik jullie meenemen in deze bijzondere ontmoetingen in de wondere wereld van ouderen met dementie. De naam van de bewoner is in het beschreven verhaal aangepast in verband met de privacy.

Woorden schieten te kort

Als marskramer Job de bewoners op de huiskamer bezoekt hoort hij vanaf de gang een oude vrouw roepen, haar stem galmt over de gang heen. Job besluit om te gaan kijken. Op haar kamer ligt mevrouw Pol in haar bed. Job klopt op de deur, die op een kier staat. Op dat moment is mevrouw Pol even rustig. Job gaat naar binnen en loopt naar het bed. Wanneer ze Job ziet, begint ze weer te roepen en strekt haar armen uit. Mevrouw Pol heeft een ontredderde blik in haar ogen en wil iets duidelijk maken. Ze komt moeilijk uit haar woorden, en is nauwelijks verstaanbaar. Het kost haar merkbaar veel moeite om zich uit te drukken. Job neemt de tijd en probeert via haar tastzintuigen met mevrouw Pol te communiceren. Soms spreek ze enkele woorden of een zin uit. Job komt voorzichtig dichterbij, pakt haar hand vast en wrijft zachtjes over haar hand. Job krijgt de indruk dat mevrouw Pol zich zorgen maakt over het werk wat nog moet gebeuren. Er moet nog van alles worden rondgebracht, laat mevrouw Pol aan Job weten. Ze blijft geregeld haar stem verheffen en roept duidelijk om hulp. Job geeft aan dat het allemaal goedkomt en dat hij haar wel zal helpen. Geregeld wijst ze naar het witte plafond.

Met verheven stem lijkt ze iets te zien of te willen aangeven wat niet te achterhalen is. Job kijkt met haar mee en ziet alleen een moderne witte plafondlamp. Mevrouw Pol voelt zich merkbaar gehoord en er valt een korte rustgevende stilte. Ze slaat haar rechterhand voor haar gezicht. Job doet dit ook in spiegelbeeld. Vervolgens gaat mevrouw Pol met haar hand naar het gezicht van Job en gaat met haar hand onderzoekend over en langs zijn gezicht heen. Daarna gaat Job voorzichtig met zijn hand naar het gezicht van mevrouw Pol en wrijft met zijn hand langs haar wang. Later herhaalt dit contact zich nog een keer. De aanraking zorgt ook voor een bepaalde rust en gevoel van veiligheid. Job houdt steeds haar hand vast en even later wrijft mevrouw Pol met haar andere hand over de hand van Job heen. Er ontstaat merkbaar een soort van rust bij haar, ondanks dat zij nog geregeld iets kenbaar wil maken door haar stem te verheffen. Gaandeweg lijkt dit wat af te nemen. “Ik heb vier jongens,” laat ze vervolgens weten. Ze wijst naar enkele fotolijstjes die rechts van haar in de vensterbank staan. Recht voor het bed van mevrouw Pol is de muur herkenbaar en huiselijk gemaakt door verschillende fotolijstjes met oude foto’s van vroeger. Opvallend zijn de twee portretfoto’s -waarschijnlijk- van haar ouders in Veluwse klederdracht. Na verloop van tijd ontstaan er meerdere stiltes en lijkt mevrouw Pol wat naar de muziek te luisteren die op de achtergrond speelt. Als Job even later haar gedag zegt en de kamer uit loopt, kijkt Job toch nog even achterom. Mevrouw Pol heeft hem duidelijk met haar ogen tot aan de deur gevolgd. In de deuropening kijkt Job haar recht in haar ogen aan. Als Job zijn hand opsteekt en begint te zwaaien, zwaait mevrouw Pol terug naar Job.                                                                                                                                 

Foto / bron: Istockphoto

Back To Top