skip to Main Content

Column: Als ik oud geworden ben

Gedicht: Als ik oud geworden ben, geen mensen meer herken en niet eens je naam nog weet. Pak dan mijn hand nog even beet en zeg me zo gedag. Laat voelen dat je me mag. Wellicht dat ik het gevoel herken dat ik voor iemand, iemand ben. Geschreven door: Sophia den Otter.

Hoe is het om oud te zijn en om ouder te worden? Niet goed meer kunnen zien, een slecht gehoor, slecht ter been; ouderdom komt met gebreken. Maar hoe voelen die gebreken precies? En hoe voelt het dan als ook je geheugen je in de steek laat en je te maken krijgt met dementie? Een wandelstok, een kunstgebit, een bril met van die jampot glazen, inco-broekje, een strik-servet (het woord slabbetje of luier broekje is wat mij betreft ongepast). Als trainingsacteur in de ouderenzorg ben ik opzoek gegaan naar hoe ik bij mijzelf die oude man kon creëren en wat ik daarvoor aan handvatten denk nodig te hebben. Misschien is een goede observatie een mooi begin, simpelweg kijken naar ouderen; lopen ze schuifelend, met knikkende knieën of meer in slow motion, trillen ze met hun handen of kijken ze met een wat lege blik in hun ogen?

“Ik hou ook het komend jaar niet van bejaarden. Dat geschuifel achter die rollators, dat misplaatste ongeduld, dat eeuwige klagen, die koekjes bij de thee, dat zuchten en steunen. Ik ben zelf 83 ¼ jaar.”  -Hendrik Groen-

Een mooie inspiratie bron was ook wel de 12-delige tv-serie ‘Het geheime dagboek van Hendrik Groen’. In een dagboek beschrijft Hendrik Groen zijn leven in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord. Hij mag dan wel oud zijn, hij is nog lang niet dood. Samen met enkele andere bewoners van het verzorgingshuis richt hij de rebellenclub Omanido op: oud maar niet dood. Want, waarom zou het leven alleen nog moeten bestaan uit koffiedrinken achter de geraniums en wachten op het einde?

“Zolang mensen plannen maken, is er hoop. En zolang er hoop is, is er leven.” -Hendrik Groen-

Door het grote succes is er nu ook een theaterstuk van ‘Het geheime dagboek van Hendrik Groen’ gemaakt. Opvallend is dat in het theaterstuk alle bewoners uit het verzorgingshuis worden gespeeld door jonge acteurs. Volgens regisseur Gijs de Lange een verassend concept: “Omdat er in iedere bejaarde ook nog altijd een jong iemand verborgen zit”. Laatst stond op de scheurkalander op mijn werk de volgende tekst ‘Je bent nooit te oud om jonger te worden’. Ik vroeg mijzelf toen af: kan het dan ook niet zo zijn dat je ‘nooit te jong bent om ouder te worden,’ om in mijn werk als trainingsacteur een ouder iemand te kunnen spelen?Blijkbaar kan het heel goed. Hendrik Groen wordt in de theaterversie gespeeld door de 29-jarige Beau Schneider (bekend van GTST). Als jonge man van 29 transformeert hij naar een oude man van 83. Volgens Schneider zit het ’m in de kleine dingen, hoe snel je reageert en hoe je beweegt. ‘Ik zorg ervoor dat die hele rug vast zit’. Maar hoe zit het dan qua stemgebruik? ‘We willen dat het realistisch is en praten gewoon normaal. Dat zou je niet denken als je in een musical van groep 8 een bejaarde zou spelen’.

“Ik ben bij Beter Horen geweest. Of ze ook aan slechter horen deden” -Hendrik Groen-

Hoe zou het zijn om een blik in de toekomst te kunnen werpen en te ervaren hoe het is om (samen) oud te worden. In het televisieprogramma The Story of my Life gepresenteerd door Linda de Mol kregen vorig jaar bekende Nederlanders de mogelijkheid om te zien en te ervaren hoe het is om ouder te worden. De klok werdt twee keer 30 jaar vooruitgezet en met een team van topgrimeurs werden de deelnemers levensecht getransformeerd tot twee 60-jarigen en twee hoogbejaarde 90-jarigen. Je werd als het ware bij het zien van het programma meegevoerd in het gehele proces van het ouder worden. Gek genoeg merkte ik door het zien van dit programma dat ik ook bij mijzelf na ging, als 34 jarige, over 30 jaar ben ik 64 en over 60 jaar ben ik 94 jaar. Over 30 jaar heb ik ongeveer de leeftijd van mijn ouders nu, mijn moeder is 63 en mijn vader 66. Hoe zal ik er dan uitzien? Waar woon ik als ik 64 ben? Werk ik dan nog? Hoe zal ik dan in het leven staan? En wat als we de klok nu eens 60 jaar vooruit zouden zetten. Ik ben dan 94 jaar. Hoe zie ik er dan uit, als ik de leeftijd van 94 zou mogen halen? Oud en versleten? Ik moet denken aan mijn overgroot-opa. Mijn (over)opa Jacob Heinen is 93 jaar geworden, maar vraag niet hoe. Ik zie hem nog zo voor mij; zittend op zijn kamertje aan de tafel met een dikke sigaar tussen zijn oude vingers met bruin gekleurde nagels. Nog steeds als ik de geur van sigaren ruik, dan denk ik aan zijn kamertje in het bejaardenhuis. Hij was altijd gekleed in een zwarte broek met een gebreide visserstrui en droeg altijd een platte pet. Overopa bleef zo toch nog een beetje die Zuiderzee en IJsselmeer visser, die hij altijd was geweest. De ouderdom kwam ook voor hem met gebreken en op het laatst kon hij zo slecht zien dat wij als kind zijnde zelf maar een gulden moesten pakken uit het kleine beursje wat hij geopend naar ons toestak. In afwachting wat de dag hem nog brengen zou. Wij hebben het wat dat betreft niet voor het zeggen, hoe we oud mogen worden. Het is maar goed ook dat we niet vooruit en in de toekomst kunnen kijken. Ik moet opeens denken aan deze tekst:
Herinner je gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag!
…en vandaag toen ik een workshop gaf op mijn werk ‘over een beter contact met mensen met dementie’ wist ik spelenderwijs toch die oude man te creëren. Tijdens mijn rollenspel droeg ik een platte pet, zwart jasje en een grote jaren ’70 bril. Als oude man, leunend op mijn wandelstok, leek ik heel even op mijn overgroot-opa.

Back To Top